Waarschijnlijk ben je wel op de hoogte met de statistieken die melden dat er tot en met 2025 zo’n 975.000 mensen de arbeidsmarkt verlaten, omdat ze met pensioen gaan. Het zijn er in Nederland een slordige 75.000 per jaar.
De vergrijzing van de babyboomgeneratie heeft zo z’n implicaties voor de gezondheidszorg, sociale verhoudingen en de politiek. Dat is de laatste jaren dagelijks in het nieuws. Crisis en toenemende werkloosheid of niet; vanaf 2017 wordt het vraagstuk van de vergrijzing van significant belang voor het in stand houden van de personele bezetting en de wijze van managen door leidinggevenden.
Langzaam maar zeker ontstaat een tekort aan arbeidskrachten voor specifieke functies. Dat is nu al deels het geval, maar dat het moeilijk is om te geloven met een werkloosheidspercentage dat in Nederland de 6% gaat overtreffen in 2013, is logisch. Wanneer grote aantallen mensen de arbeidsmarkt verlaten en er veel minder jonge mensen zijn om hen te vervangen, blijkt het een eenvoudige rekensom te zijn. Bovendien hebben de nieuwkomers beduidend minder werkervaring en kennis en zullen ze in een rap tempo opgeleid en getraind moeten worden om tot de gewenste output te komen. De gap tussen vraag en aanbod is heel voorspelbaar. Denk vooral aan de technische en chemische industrie, onderwijs, gezondheidszorg en specialistische functies.
De manager van vandaag en morgen krijgt daarnaast te dealen met nieuwe medewerkers