Steunt het kabinet uitstervende fossielen of jong talent?

Op een zonnige middag praat ik op een gezellig terras op het Vrijthof in Maastricht met Roger Cox. Roger is advocaat en gespecialiseerd in gebiedsontwikkelingsprojecten. Daarbij kijkt hij met meer dan een schuin oog naar duurzaamheid, innovatieve contractvormen en PPS-constructies en participeert hij in verschillende nationale expertgroepen op dit vlak. Roger is daarnaast ook oprichter en bestuurder van de Planet Prosperity Foundation, een stichting die het verduurzamen van onze economie nastreeft en de overheid en de markt daarbij faciliteert. Met die stichting heeft hij ervoor gezorgd dat de film ‘An Inconvenient Truth’ van Al Gore gratis in de Nederlandse bioscopen is vertoond. Verder is hij fanatiek pleitbezorger van Cradle-to-Cradle (C2C) en neemt hij deel aan het internationale gezelschap dat dit concept verder vormgeeft. Als het om Expeditie duurzaam gaat, mag je hem rustig ontdekkingsreiziger en pionier noemen.Ik vraag Roger waar toch die drive vandaan komt. Er gaat immers heel veel tijd en energie in al die initiatieven zitten naast de toch al drukke baan als advocaat.

Roger beantwoordt deze vraag graag. “In een vorig leven was dat wel eens anders. Het was voor mij en mijn vrouw - die ook advocaat is - vooral hard werken in de Randstad en in London. Toen we kinderen kregen hebben we eens goed nagedacht over wat belangrijk is in het leven. We besloten dichter bij de natuur te gaan wonen en meer na te denken over wat we aan de generaties na ons nalaten. Daardoor beseften we veel beter dat we een onverantwoorde puinzooi achterlaten voor onze kinderen door de roofbouw die we met ons allen plegen en de vervuiling die we veroorzaken,

Met het oprichten van Planet Prosperity Foundation en het succes van het bezoek aan de film van Al Gore merkte ik ook dat er bij veel meer mensen behoefte bestaat na te denken over een duurzame toekomst. Dat werd met het succes van het allereerste 2-daagse internationale congres over C2C  nog eens verder gevoed. Ook de grote media-aandacht voor de beide initiatieven geeft aan dat er interesse is. Als je kijkt naar het aantal mensen (meer dan 2600) dat zich heeft aangemeld voor de Linked-in-Group Let’s Cradle, dan wordt het toch langzamerhand een echte beweging. ”

Dat nadenken en bewegen heeft Roger gebracht tot het professioneel werken aan duurzame gebiedsontwikkeling, waarbij hij ervoor zorgt dat bij de aanleg van grote projecten ook innovatie en C2C een plek krijgt, zoals bij de A2-tunnel in Maastricht. En daarnaast al die andere activiteiten als stichtingen, nationale en internationale werkzaamheden en groepen die hij heeft opgericht of waar hij in deelneemt. Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, laat hij me weten met een nieuw initiatief aan de slag te zijn. Hierover verscheen op 3 juli in de zaterdageditie van de Telegraaf (ken uw doelgroep) een groot artikel.

“Kort gezegd komt het neer op de vraag aan het nieuw te vormen kabinet om onze economie te bouwen op jong talent in plaats van op bejaarde steuntrekkers. Ik bedoel daarmee dat het toekomstige kabinet nieuwe, duurzame vormen van energieopwekking zou moeten steunen. Zoals ze al 100 jaar de fossiele energiesector en aanverwante industrie hebben gesteund. En dat steunen kan op een bijzonder gemakkelijke wijze die voor werknemers en werkgevers interessant is. Met een regeling die lijkt op die waarmee de overheid het autobezit gigantisch heeft gestimuleerd. Naast de elektrische auto van de zaak (fiscaal gestimuleerd) zou ook de ‘benzine’ voor de elektrische auto (schone elektriciteit) fiscaal aftrekbaar moeten zijn. Zonnepanelen op kosten van de zaak dus. Werkgevers kunnen hun werknemers dan een pakket aanbieden: de lease van de elektrische auto inclusief de zonnepanelen om hem op te laden.

De nieuwe generatie werknemers (dat andere jong talent) wil schoon en verantwoord consumeren. Met deze maatregel krijgen ze die kans. Als de overheid ook nog eens de wijsheid heeft om ook de installatiekosten van zonnepanelen fiscaal aftrekbaar te maken, stimuleert zij direct het midden- en kleinbedrijf. Energie, vervoer en installatie branche worden op die manier aan elkaar gekoppeld en kunnen elkaar versterken. Leasemaatschappijen zullen inkoopafspraken maken met de zonne-energiesector en met installatiebedrijven om pakketten ‘duurzame mobiliteit en energie inclusief installatie’ op de markt te brengen. Binnen afzienbare tijd zijn schaalvergroting en prijsverlaging van duurzame energie het gevolg. Allemaal winnaars dus, inclusief onze leefomgeving.”

Het klinkt mij heel logisch en als muziek in de oren. Als er voldoende aandacht aan wordt gegeven en innovatieve concepten worden ondersteund, kan een ontwikkeling snel gaan. En als het voor de markt interessant is en de ontwikkeling volwassen genoeg is, wordt het steunen vervolgens steeds minder belangrijk. Roger geeft aan dat nog wel een behoorlijke inspanning van de overheid nodig is om dit stadium te bereiken.

“Als de overheid de grote vraagstukken rondom energieonafhankelijkheid, klimaatverandering, grondstofschaarste en afnemende (winbare) olievoorraden serieus neemt, dan is zij gehouden ten behoeve van de duurzame energievoorziening eenzelfde  doelgerichte economische politiek te voeren als ten tijde van de opstart van de fossiele industrie. Het geeft geen pas om van de duurzame sector te vragen zijn eigen infrastructuur op te bouwen met eigen geld en tegelijkertijd te moeten concurreren met fossiele bedrijven die vanwege 100 jaar wereldwijde overheidsteun hebben kunnen uitgroeien tot economieën die groter zijn dan de meeste landen.

Anders dan zelfs onze ministers menen, is er hier dus geen sprake van vrije markteconomie. Wil vrije marktwerking aan de orde kunnen zijn in de energiesector, dan moet de duurzame sector eerst in een gelijke uitgangspositie worden gebracht als de fossiele industrie. Je zou kunnen zeggen dat exploitanten van windmolenparken, aardwarmtecentrales en zonnecentrales nog 100 jaar aan omvangrijke overheidssteun tegoed hebben.

De overheid zal haar steun aan de bejaarde fossiele industrie fasegewijs moeten afbouwen en die aan de talentvolle nieuwe industrie fasegewijs moeten opbouwen. In 30 jaar moet die transitie daardoor bijkans op kostenneutrale wijze mogelijk zijn. Zeker indien er rekening mee wordt gehouden dat schone energie tot verminderde schade aan burger en schatkist zal leiden.”

Het klinkt als een klok. Maar welke stappen gaat hij nu nemen om dit initiatief tot net zo’n groot succes te maken als de eerdere acties?

“Allereerst wil ik het plan concreter uitwerken in samenwerking met stakeholders. Daarmee zal de politiek vervolgens worden benaderd. Niet andersom, want politici zijn over het algemeen niet ondernemend genoeg. Ik ben op dit moment al met enkele partijen in gesprek. Het zal ook neerkomen op het verbinden van partijen en tegelijkertijd ook het wegnemen van weerstand. De macht ligt op dit moment nog steeds bij dinosaurussen. Duidelijk is dat we een lange adem nodig hebben om de verandering te bewerkstelligen.”

Ik ben het helemaal met hem eens: elke verandering moet ergens beginnen. En Roger bezit ook nog eens het talent om met een lange adem, volhardend met veel focus gericht te zijn op zijn doel. Want nadat de zon allang is verdwenen achter de huizen rond het plein en we nagenieten van een pastarijke maaltijd, vertelt hij me dat hij de dag erna een loodzware tocht met de mountainbike gaat maken. Duursport gaat prima samen met streven naar duurzaamheid, zo blijkt.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>