In de houdgreep van de techniek

Reeds langere tijd is er stress in het betaalsegment van het bedrijfsrestaurant waar ik vier keer per week een lunch afneem. Dat komt doordat de betrouwbaarheid van de acht pin-/chipautomaten ondermaats is. Wie verantwoordelijk is, is onduidelijk, maar de gevolgen laten niet op zich wachten. Lange rijen zorgen voor chagrijn. In de rechterrij lukt het iemand niet om te chippen. Hij wordt in een andere rij geholpen. Ook daar lukt het na lang aandringen met pas en het intoetsen van ‘ok’ niet. De gemoederen zijn zo verhit, dat hij het gevraagde bedrag cash op de toonder legt en met iets te luide en overslaande stem zegt dat dit een wettig betaalmiddel is en dat ze het verder maar uitzoeken. Hij pakt zijn dienblad met eten en beent weg.

In toenemende mate voel ik met dit heerschap mee. We zijn inmiddels slaaf van de systemen geworden en op het moment dat deze niet doen wat we ervan verwachten, kijken onze dienstverleners ons meewarig aan. Dat is inherent aan de keuze die we hebben gemaakt, om met z’n allen alles in digitale processen te willen gieten: snel, gemakkelijk en goedkoop. Maar waar is de menselijke maat? En waar leidt het toe?
Ander voorbeeld: de OV-chipkaart. Daar hoeft op zich weinig aan te worden toegevoegd, ware het niet dat de ontwikkelaar en exploitant ervan zo ver van de werkelijkheid staat, dat je hem of haar een permanente plek gunt in de lange rij voor het in- en uitcheckpoortje van elke deelnemer aan dit faliekant mislukte project.
Goed, de OV-chipkaart is een dure faler, maar we hebben ervan geleerd. Niet waar. Er zijn ontwikkelingen gaande die ervoor zorgen dat de betaalpas zoals we die nu nog kennen, op termijn niet meer nodig is. Zo is er het betalen met mobiel. Er komt een dag, dat dat nog de enige wijze is waarop je geld kunt overleggen. Ik zie de beren op de weg al: wat nu als ik mijn telefoon leeg heb gemaakt qua batterijtegoed? Het is immers ook een mailserver, een camera en een link naar het internet. En dan sta ik ver van huis en wil een broodje kaas. Helaas. De batterij is leeg. Maar die van mijn bankpas is niet leeg. En mijn contante geld is altijd opgeladen.
Natuurlijk, de wissel naar digitaal heeft ontegenzeglijk veel voordelen. Ik zou niet meer zonder kunnen of willen. Maar wat ik wel wil, is dat het altijd mogelijk blijft om in alternatieven te acteren. Zodra het zo is dat ik wil betalen met een acceptgiro, moet je dat niet belasten met een verhoging van een euro en als ik een treinkaartje aan een loket wil kopen moet je daar niet 50 cent extra voor vragen. Dat zijn negatieve prikkels die mijn gemoed frustreren en daar was het allemaal niet om begonnen.
Zorg dat de gewenste methode onberispelijk werkt, en dan ga ik vanzelf wel over. Want de volgende keer ben ik wellicht de persoon die met muntgeld zijn lunch gaat afrekenen in een kantine waarin alleen maar falende betaalzuilen staan.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>