Hogesnelheidstreinen maken Nederland groter

De voorbeelden gaan volkomen mank wanneer een Fyratrein en een hogesnelheidslijn in één zin worden genoemd. Het is namelijk - bewijst de actualiteit - allesbehalve de prefix hoog. Maar het dient een doel. De stelling dat je in kwaadeconomische tijden moet investeren in plaats van bezuinigen, betekent dat je af en toe ook treinen moet kopen en nieuw spoor moet aanleggen. De vraag is alleen of dat nou zo nodig vanuit West-Nederland naar Brussel moest. Kon dat niet anders?


Nederland is groot. Als je van Den Haag naar de grens achter Arnhem gaat, kost je dat ruim 120 kilometer. Vertrek je vanuit Groningen richting Maastricht, tik je er zo 300 af en wil je dan nog naar Vlissingen, raakt mijn telraam overbelast. Forse afstanden waarover men heen en weer moet worden gebracht met in Ierland geregistreerde intercitytreinen van ’s lands NS, de ouderwetsheid van het land van herkomst, spat er vanaf.
De keuze om nu de afstand van Amsterdam via Rotterdam naar Brussel voor vele miljarden een half uurtje korter te maken is prima. Natuurlijk. Maar niet als prioriteit nummer 1. Beter is het om de afstand Vlissingen – Groningen of Maastricht – Den Helder in te korten. Niet dat heel veel mensen juist die afstand zullen weten af te leggen, maar wel delen ervan. En velen die delen van afleggen, maken hordes blije passagiers. Beetje hetzelfde idee als Lyon – Parijs in een vloek en een zucht met de Franse equivalent van de HSL.
De afstanden worden ‘kleiner’ en het land wordt groter. Hoe dat kan? Het pleiten voor het aanleggen van hogesnelheidstrajecten doorheen ruige gebieden als Groningen en Brabant, dient een aantal doelen: werkgelegenheid en kostenbesparing gaan daarbij hand in hand met investeren. Kostenbesparen? Jazeker, in sombere tijden zijn bedrijven best bereid om een duppie per strekkende centimeter minder te rekenen. Liever omzet dan het invullen van faillissementsaanvragen bij de rechtbank.
Op investeren in werkgelegenheid kan niemand tegen zijn. Laten we met z’n allen John Maynard Keynes’ ideeën van harte weeromarmen in plaats van weghonen, wat te lang gebeurde. De Rijksoverheid moet niet 10 procent krimpen, zoals de plannen voor komende jaren zijn, maar juist groeien. Banen zorgen voor inkomen, inkomen is consumptie, consumptie is economische groei en aangezien ons hele economisch systeem daarop is gefundeerd, moeten we daartoe overgaan.
En dan geen treinen kopen in een failliete streek van Europa, maar gewoon weer zelf laten maken bij Werkspoor, net als in de jaren 50.

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>