Jelle de Boer

Jelle de Boer

Kritisch was ik altijd al. Dat en gezond cynisme ten aanzien van alles wat er in de wereld in het algemeen en Nederland in het bijzonder gebeurt, zijn mijn belangrijkste drijfveren. Al sinds 1967 – mijn geboortejaar – bekijk ik de wereld en denk er het mijne van. Dat mijne wil ik graag delen met mensen en de manier die ik daarvoor heb gevonden, noemen we de pen.
Als docent Bedrijfscommunicatie en Nederlands aan een hogeschool in het westen van het land en als redacteur voor een aantal bedrijfsbladen en in- en externe websites bij een ZBO zo’n zestig kilometer noordelijker, is het zaak mij dienstbaar op te stellen, maar dit wel van de nodige – gefundeerde – argumentatie te voorzien, zodat iedereen er beter van wordt. De artikelen, in elk geval, komt het zeker ten goede.
Wanneer de beklede functies het toelaten, rust de pen nog steeds niet. Sinds twee jaar wordt er (vrijwel) dagelijks geblogd op doordebomenhetbos.web-log.nl en sedert enige tijd via Expeditie Duurzaam. Beide podia bieden verschillende mogelijkheden. De eerste is vooral voor een satirische kijk op de wereld, de tweede is bedoeld om de onrust gekanaliseerd weer te geven over ‘hoe het in Nederland (en elders) gaat’. Milieu, duurzaamheid, menselijke omgang, cultuur zijn daarbij thema’s die vanuit een bepaald gezichtspunt worden behandeld. Dat focale punt is dan natuurlijk altijd de mening van schrijver dezes, echter eerst opgeschreven nadat diverse bronnen met elkaar zijn geconfronteerd, waaruit uiteindelijk de mening wordt gedestilleerd. Een literair verantwoorde vorm, is daarbij het uitgangspunt. Dát namelijk maakt het verschil tussen een mening en een leuk stuk om te lezen mét een mening. Lezen moet namelijk ook leuk zijn.
Pogen eens per veertien dagen een kant-en-klare blog te leveren, is hierbij het streven. Als daarmee een bijdrage kan worden geleverd aan een betere, meer duurzame wereld, is geen seconde verkwist.

Berichten van Jelle de Boer

Sail is druppel die Amsterdam doet overlopen

De ene carnavalsoptocht is nauwelijks de stad uit, of de volgende dient zich weer aan, zij het ditmaal via de waterweg die Amsterdam scheidt via IJmuiden van de Noordzee. Ja, Sail gaat weer beginnen, het tergend vreselijke loop- en sleurfeest waarbij tienduizenden in drommen langs oude zeilschepen paraderen zonder er ook maar iets van mee te kunnen krijgen. Amsterdam loopt niet vol, Amsterdam overstroomt. En de wethouder zag dat het goed was.

Failliet rendementsdenken hoger onderwijs

pizzadozen_1084AE9664563250C1257C6A003A2398_8

De jaren 60 zijn terug van nooit weggeweest. Werd eerst het Bungehuis langdurig bezet, nu is men weer op de plek waaraan verzet in Nederland synoniem staat; het Maagdenhuis in Amsterdam. Dit bestuurlijk centrum staat al decennialang symbool voor alles wat er mis is in het hoger onderwijs. In 2015 zijn we weer terug bij af, of beter gezegd; staan we een meter voor de startlijn af te koelen van een mislukte warming-up.

Ik wil december terug!

Een jaar is een volstrekt onoverzichtelijk gegeven. Het bestaat uit 12 maanden die onregelmatig zijn verdeeld. Zo volgt na een januari van 31 dagen een februari van 28 of 29 dagen, al naar gelang van de deelbaarheid van het jaartal door 4, met enige uitzonderingen. Daarna gaan we door naar maart en zo langzaam de rest van het jaar door. Elke week bestaat uit 7 dagen en elke dag uit 2 blokken van 12 uur. Als we alles bij elkaar optellen, komen we uit op een jaar dat 365 dagen, 5 uur en 12 seconden duurt.

Producten worden steeds liefdelozer behandeld

Ik sta te wachten om bij een blauwe supermarkt af te rekenen waar men mij belooft dat als er meer dan drie in diezelfde rij staan, er een kassa wordt geopend. Ik heb het genoegen nog nimmer mogen smaken. Naast mij valt het ene na het andere doosje huishoudhandschoenen op de grond. Het klettert. Verstoord kijk ik opzij en zie een vakkenvuller van een jaar of 16 tegen drieënhalve euro (bruto) een rek leeghalen, waarbij ze de producten die niet meer ertoe doen liefdeloos op de grond flikkert.

Het Nieuwe Werken vergt ook nieuw denken over tijd

In de loop der eeuwen heeft werken een aantal totaal nieuwe benaderingen gekregen, waarbij Het Nieuwe Werken mogelijk de grootste impact heeft op ons dagelijks leven. Weg zijn de vaste kantooruren ergens tussen half negen en vijf en de daarbij behorende aan- en afvoerdruk die vervoermiddelen veroorzaken op schaarse meters asfalt. In de hele discussie missen we wel nog één ding: de tijdbenadering als zodanig.  

Alles van waarde is weerloos; museum failliet en kunst ligt op straat!

Waar materiële rijkdom floreert en waar overvloed heerst, ontstaat kunst. In wat we nu Noord-Italië noemen – maar wat toen vooral stadstaten als Genua, Pisa, Venetië en Florence behelsde – ontstond zo in de 14e eeuw bijvoorbeeld de renaissance; de wederopbloei van de klassieke oudheid. Die ging gepaard met een uitbundige hoeveelheid kunstproducties in verf, literatuur en gebouwen die z’n weerga niet kende.

In de houdgreep van de techniek

Reeds langere tijd is er stress in het betaalsegment van het bedrijfsrestaurant waar ik vier keer per week een lunch afneem. Dat komt doordat de betrouwbaarheid van de acht pin-/chipautomaten ondermaats is. Wie verantwoordelijk is, is onduidelijk, maar de gevolgen laten niet op zich wachten. Lange rijen zorgen voor chagrijn. In de rechterrij lukt het iemand niet om te chippen. Hij wordt in een andere rij geholpen. Ook daar lukt het na lang aandringen met pas en het intoetsen van ‘ok’ niet.

Focus op academisch geschoolde docenten verkeerd!

Ingegeven door de chaos die onderwijsmanagers in hun onstilbare honger naar schaalvergroting en meer-meer-meer hebben weten te veroorzaken, is de politiek enige tijd geleden tot inzicht gekomen dat elke docent in het hoger onderwijs een mastergraad zou moeten hebben. Goed idee of gotspe?

Om direct met de deur in huis te vallen, het antwoord is dat het volstrekte larie is. Niet zozeer om te verwachten dat iemand die voor de klas staat een diploma heeft. Zeker niet. Het is toch wel ergens het bewijs van. Maar het blindstaren op het beschikken over een A4’tje met logo van een universiteit, watermerk, titel en handtekening, dat is een ander verhaal. Dat is het inbakken van schijnzekerheid. 

Papieren tijgers blijven bijten

Noem mij ouderwets, maar ik hecht erg aan het bekende papieren treinkaartje. En dat heeft niks te doen met nostalgie, want dan had ik wel gezegd dat ik het kartonnen kaartje nog graag in de knuisten had willen houden tijdens mijn reizen van a naar b. Dat doe ik niet, ik hang niet naar het oude omwille van het oude, maar omdat de opvolger niet voldoet.

Bij de introductie van het nieuwe betaalsysteem, raakte ik direct in de aanvaardmodus. Eindelijk zou het dan gedaan zijn met allerhande betaalmiddelen die niet op elkaar aansloten. Weg strippenkaart, weg treinkaart, overboord met het ticket voor de veerboot. Nu is het eind 2013 en