Bert den Boer

Bert den Boer

Mijn naam is Bert den Boer (1956). Ik werk ruim tien jaar zelfstandig als procesbegeleider via mijn trainings- en adviesbureau BBdB. Daarvoor werkte ik als hoofd Opleidingen bij Drechtwerk in Dordrecht, een van de grote sociale werkvoorzieningen. Ontwikkeling, afwisseling en intensief contact zijn achterliggende waarden van waaruit ik leef en werk. Beroepsmatig vindt dat zijn weg in ontwikkeling en uitvoering van activiteiten op maat - trainingen, leertrajecten, presentaties, projectbegeleiding, werkconferenties. Daar ligt mijn kracht. Daarover valt verder genoeg te lezen op mijn website: http://www.bbdb.info
Maandelijks verstuur ik binnen mijn netwerk een column die op diverse websites wordt geplaatst. Een zinnetje, een gebeurtenis of een gesprek aan tafel dient als inspiratiebron.
Het thema verlangen fascineert mij in het bijzonder. Verlangen is een innerlijke bron die dient als richtinggevende kracht. De mens is zijn verlangen, wordt wel gezegd. Hoe ontdekken wij onze verlangens? Hoe geven we er invulling aan en wat doen we met onvervulde verlangens? In 2006 verscheen dan ook het boek Leef je verlangen (i.s.m. Wim Huijser). Momenteel wordt gewerkt aan een vervolg, een boek over verlangen en culturele identiteit, beoogde verschijningsdatum is september 2010. Daarnaast verschenen twee verzamelbundels: Leven met paradoxen en Over leven.

Berichten van Bert den Boer

Welles-nietes – De kracht van taal

bibian mentel door Bert den Boer

Het is niet mijn favoriete plek om te zijn. Maar soms moet je er wezen. Ik heb het over het ziekenhuis. Vanmorgen had ik controle bij het Albert Schweitzer ziekenhuis, vanwege een ondergane operatie aan mijn vinger. Gelukkig niets ernstigs en het komt allemaal wel weer goed. Half negen had ik een afspraak. Terwijl ik mijn fiets parkeer zie ik een grote groep mensen op weg naar de ingang. Het lijkt een bedrijf, waar iedere werknemer ’s morgens vroeg de poort in komt voor een dagelijkse portie arbeid.

Niet-weten als kerncompetentie

Om te geraken tot wat ge niet weet, moet ge gaan langs de weg van het niet-weten.

Deze uitspraak, toegedicht aan een zekere Juan de la Cruz, kom ik tegen in een boek van de Italiaanse schrijver Sandro Veronesi. Iedereen die dit leest kent dit fenomeen ongetwijfeld vanuit eigen ervaring, zo’n moment dat je weet dat wat je hebt gemaakt of bedacht (nog) niet klopt.

Toegeven

Soms is dat moeilijk om toe te geven. Ben je uren bezig geweest en toch ontbreekt er iets of moet er nog iets, maar wat? Kill your darlings. Zonder die worsteling kan het niet. Het is niet anders. Of het nu gaat om het vormgeven van een project, het concretiseren van een idee, het schrijven van een artikel; zo kan ik nog talloze voorbeelden opsommen.

Het gaat er in de kern om, dat je accepteert dat niet-weten onderdeel uitmaakt van een proces om ergens te komen waarvan je weet dat je het weet. Anders gezegd: niet-weten hoort erbij. Niet-weten doet een beroep op creativiteit, tot het inslaan van andere paden. Eigenlijk leer je vooral als je het niet meer weet.

Competentieprofielen

In competentieprofielen kom je het niet tegen als gewenste kwaliteit. Terwijl ieder die mensenwerk verricht niet-weten toepast en weet dat het werkt. Een gesprek ontspoort. Ik voel dat mijn gesprekspartner ontevreden is over het verloop. Ik weet het even niet meer. Op dat moment kan ik twee dingen doen. Doen alsof mijn neus bloedt en doorgaan op de ingeslagen weg. Ga door op je eigen weg en je wordt nooit ingehaald. Het risico is wel dat ik de ander kwijt raak. De andere mogelijkheid is uitspreken wat me opvalt. Hardop reflecteren, in vaktermen. Het effect van deze interventie is dat het verbinding herstelt en voor opluchting zorgt.

Mijn overtuiging

Natuurlijk is dat niet altijd even gemakkelijk. Ik kan wel twintig redenen noemen om het vooral niet te doen. Mijn kwelduiveltjes als ´dit is niet het geschikte moment, wat denkt zij wel, hier zit hij niet op te wachten´, zorgen voor vermijdingsgedrag. Mijn angst is ten diepste natuurlijk, dat door het uitspreken van dat we me bezighoudt, het gesprek escaleert.

Het tegendeel is waar, zo is mijn stellige overtuiging. Niet benoemen, doorgaan op de ingeslagen weg, zorgt niet alleen dat de ander afdwaalt. Zelf raak je ook de weg kwijt, omdat je eigen gedachten je in beslag nemen. Met als resultaat dat de essentie wordt vermeden. De remedie? Neem je eigen gedachten serieus, volg je intuïtie en je komt uiteindelijk bij de ander.

Merkwaardig – talent in uitvoering

Je kent dat vast wel. Net iets te laat van huis weggaan. De persoon met wie ik een afspraak heb bij een restaurant in mijn woonplaats Dordrecht zie ik naar binnen lopen. Mooi, nog net op tijd. Als ik vervolgens mijn fiets op slot wil zetten, kom ik erachter dat ik in de haast mijn fietssleuteltje ben vergeten.
Wat te doen? De gok nemen en uitgaan van het vertrouwen in de medemens? ’t Is wel een mooie fiets. Snel heen-en-weer terug naar huis? Dat kost me minimaal een kwartier en knoflookadem ruikt nog beter dan mijn okselzweet. En wat te denken van mijn natte rug die zich ongetwijfeld vastzuigt aan de stoelbekleding. Mijn fiets mee naar binnen nemen?
‘Ja, ik heb gereserveerd voor twee’.

Meebewegen – omdat elk verhaal ons nieuwe dingen leert

Meebewegen

Als persoon kun je dat soms zo hebben. Het gevoel dat een probleem je zo beetpakt, dat je als het ware geïdentificeerd raakt met dat vraagstuk. Je wordt het probleem. Aan tafel hoor je:’ Ben je er wel bij? Waar zit je met je gedachten?’ In welke rol zit je aan tafel: als privépersoon of nog in je functierol? Juist omdat werk zoveel vraagt, tenminste dat idee krijg ik als ik mensen spreek over hun werk, is afstandelijke betrokkenheid zo van belang.

Sukkelzinnen en klantgerichte communicatie

JOA-D8-grijs1

Dienstverlening, service. In de huidige tijd maakt dat nou net het verschil. Zo werd ik onlangs gebeld over een 3-in-1 aanbod. De ongeïnteresseerde wijze waarop het voorgeschreven script werd uitgesproken, maakte dat ik meteen afhaakte. ‘U heeft geen interesse?’ En meteen dacht ik er achter aan: sukkel.

Omarm de onzekerheid; je staande houden bij ingrijpende functieveranderingen

Een keer is toevallig, twee keer valt op en als iets drie keer voorkomt kun je spreken van een patroon. Drie coachingsklanten worstelen stuk voor stuk om uiteenlopende redenen met de vraag hoe zij zich staande houden als gevolg van ingrijpende functieveranderingen. Een van hen maakt de vergelijking met een oude jas. Die jas hangt aan de kapstok en ook al is hij is versleten en sleets, hij past naadloos en voelt zo vertrouwd. Die nieuwe jas die ernaast hangt ziet er op zich goed uit, maar deze schuurt, het is een jas die (nog) niet past.

Zelfreflectie; een zoete of een bitterzoete noodzaak?

Tijdens coachingsgesprekken met jongeren onder de 30 jaar valt me vaak op dat ze een hoge druk ervaren op en buiten het werk. Je zult maar geselecteerd zijn uit een groep van 500 gegadigden. Na een eerste selectie uit de ingezonden brieven en filmpjes mag je een aantal online testen doen, vervolgens onderga je een assessment en na een aantal gesprekken heb je het felbegeerde

Levenswijsheid heeft geen meerwaarde! De kracht van 50+!

De leidinggevende van de afdeling heeft het er zichtbaar moeilijk mee. Van één van ´de ingeleenden´ moet het contract opgezegd. Nood breekt wetten. Jammer dat de man – goed gekwalificeerd en uitstekend presterend – 60 jaar is. Het zal lastig worden voor hem om nog een andere baan te vinden.
Volgens alle plannen gaan we langer werken. Drees, grondlegger van de AOW, schijnt indertijd al geopperd te hebben dat je vanwege de betaalbaarheid de pensioenleeftijd en levensverwachting in ogenschouw moet blijven nemen. We leven langer, waarom niet wat langer werken, anders verveel je

‘Als we niets doen, dan krijg je een piramide met een waterhoofd!’

Bij de buurtsuper kom ik hem tegen. ‘Lang niet gezien, hoe is het?’ We kennen elkaar van een bestuur waar we samen in zaten en hij de financiële scepter zwaaide. ‘ Engelse onderkoelde humor typeert hem. Een gedreven werker. Om overige klanten niet te storen schuiven we naar de specerijenhoek. Hij werkt al heel lang in een grote organisatie. ‘Wat me nu toch is overkomen; gekker moet het niet worden’, begint hij zijn verhaal. ‘Bij een bijeenkomst voor het personeel lieten ze een grafiek zien met leeftijdsopbouw. Wat je dan ziet is een piramide met veel personeel boven de 50 jaar.

Oversteken op het zebrapad; een vergelijking met duurzame inzetbaarheid

Duurzame inzetbaarheid kun je vergelijken met oversteken op een zebrapad: je verwacht zorgvuldigheid van de ander, zorg echter vooral ook voor jezelf.

In een uitzending over de bankensector wordt een oud-bankmedewerker geïnterviewd die een hoge positie had bekleed. Hij gaf aan verslavingsgevoelig te zijn voor de verleidingen van het geld, de luxe overnachtingen, de puike restaurants en dat het hem nadat hij uit deze wereld was gestapt drie jaar had geduurd om