De patiënt als partner; cultuurverschillen tussen arts en patiënt

Nieuwe medewerker: ‘Is het waar dat in dit bedrijf iedere vraag met een wedervraag wordt beantwoord?’
De bedrijfsleider: ‘Wie zegt dat?’

Cultuurverschillen zijn een bron van verwarring en lol, al is dat laatste vrij cultuurspecifiek. Cultuurverschillen komen het duidelijkst aan het licht als mensen uit verschillende culturen met elkaar gaan samenwerken. Zo is een westerse opvatting: ‘Don’t just sit here, do something!’ en een oosterse opvatting: ‘Don’t just do something, sit here!’ Denk in het verlengde hiervan aan deze Chinese uitdrukking: ‘Als je het druk hebt, moet je vooral gaan zitten.’
Cultuurverschillen doen zich overal voor. In de gezondheidszorg wordt gewerkt aan een andere omgang tussen zorgverlener en patiënt. De verhouding tussen arts en patiënt is al een aantal jaren in beweging. De inbreng van de patiënt bij zijn of haar behandeling wordt steeds belangrijker. Om patiënten in die rol te helpen en te stimuleren, publiceert het Albert Schweitzer ziekenhuis een boekje, getiteld ‘Heeft u nog vragen?’ Het idee voor het boekje komt van oud-ziekenhuisbestuurder Pier Eringa (nu directeur bij ProRail) in samenspraak met ondergetekende. Samen met cartoonist Djanko ben ik een aantal dagen op pad en in gesprek gegaan in het ziekenhuis, met artsen en andere zorgverleners, maar vooral ook met patiënten. Het resulteerde in veertien korte hoofdstukjes met titels als ‘Hoe vertel ik mijn verhaal?’ en ‘Wat bedoelt mijn arts?’. De hoofdstukken worden verlevendigd met grappige tekeningen van Djanko, waaruit blijkt hoe het soms nét niet goed gaat in de communicatie in de spreekkamer of op de afdeling.

“De tijd is voorbij dat de dokter u vertelt wat u mankeert en wat er moet gebeuren”, schrijft ziekenhuisbestuurder John Taks in de inleiding. “In dit ziekenhuis willen wij – met respect voor elkaar – zo veel mogelijk rekening houden met uw wensen en behoeften. Toch blijkt uit onderzoek dat de helft van de patiënten het niet gemakkelijk vindt om een gesprek met hun arts te voeren. Ze vinden het vaak moeilijk om twijfels, behoeften en zorgen te delen.” Met het boekje wil het ziekenhuis de patiënten op weg helpen om dit toch te doen, omdat de behandeling en het resultaat hierbij gebaat zijn, licht Taks toe.

Opvallend element vanuit de gevoerde gesprekken is dat verwachtingen en aannames van beide kanten een grote rol spelen bij het welslagen van de communicatie en daarmee ook van de behandeling. Voorzitter Andries van de Graaf van de Cliëntenraad juicht het boekje toe: “Vroeger stond de dokter centraal, daarna kwam er een beweging die de patiënt centraal stelde; maar ik vind dat ze sámen centraal moeten staan. Een geslaagde behandeling is echt het resultaat van samenwerking tussen die twee. Enerzijds de dokter die alles weet van het ziektebeeld en anderzijds de patiënt die alles weet van zijn eigen leven en wensen. Het is mooi dat de patiënten van het Albert Schweitzer ziekenhuis nu dit extra ruggensteuntje krijgen. Het is ook nog eens gewoon een vermakelijk boekje om door te kijken. Ik denk dat zorgverleners er ook zeker baat bij hebben om mee te lezen.” Het boekje ligt vanaf 2 november verspreid door alle ziekenhuislocaties in de wachtkamers. Wat zou het mooi zijn als het een bijdrage levert aan een bedrijfscultuur waarin bij een behandelplan als vanzelfsprekend de volgende drie vragen worden gesteld:

Wat zijn mijn (behandel)mogelijkheden?
Wat zijn voor- en nadelen?
Wat betekenen die voor mij?

Wie het boekje leuk vindt, mag het gewoon mee naar huis nemen: er zijn er voorlopig genoeg.

HUNV-Cover

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>