Praktische invulling vitaliteitspakket 55+ bestaat al lang! - deel 2.

Onlangs verscheen aan de Tweede Kamer van minister Kamp over het ‘Vitaliteitspakket’. Binnen organisaties gebeurt relatief weinig aan het mobiel houden van de 'oudere werknemer', omdat er kennelijk andere prioriteiten gelden. Gelukkig zijn er al lang best practices bekend rond vraagstukken voor oudere werknemers. Ik sprak met Corine de Vries die zich al jaren bezighoudt met projecten op het gebied van mobiliteit. Afgelopen dinsdag 6 september verscheen deel 1. van het interview met haar.

Welke middelen zet jij praktisch in om vitaliteit op een hoger plan te krijgen? Wat zijn daarbij kritische succesfactoren?
Wat drijft mensen? Ik ken bijvoorbeeld een vrouw van 60 jaar, die nadat zij zeven kinderen heeft gekregen, haar oude functie van 30 jaar geleden heeft opgepakt. Ze wilde van betekenis zijn voor het bedrijf en een belangrijke factor zijn binnen de organisatie om. Zij wilde zich nuttig voelen in deze maatschappij. Om dit te bereiken heeft zij een functiegerichte opleiding gedaan en diverse interne cursussen gevolgd. Bij haar zie je dat haar werk een belangrijk onderdeel vormt van haar huidige leven. Daarmee benadruk ik het belang van het zichtbaar maken van de drijfveren van elke oudere werknemer. Ik help werknemers met het opstellen van hun profiel, het bepalen van hun loopbaanrichting en het proces daar naar toe. Per individu bepaal ik welke middelen daarvoor nodig zijn. Hiervoor gebruik ik onder andere testen, coaching- en adviesgesprekken, opdrachten en trainingen.

Een kritiekpunt op de brief van de minister is dat hij teveel nadruk zou leggen op scholing, terwijl ouderen juist autonomie nastreven in de laatste werkzame jaren. Ze willen geen hijgende manager in hun nek, maar zelfstandig projecten draaien en kennis overdragen aan jongeren. Wat is jouw ervaring daarmee?
Een mooi voorbeeld van iemand die autonoom wilde blijven is een docent Nederlands in het middelbaar onderwijs. Hij wilde zijn jonge collega’s graag specifieke kennis van grammatica bijbrengen, omdat dat volgens hem ver onder de maat was bij hen. Hij pakte een krijtje en zette zijn collega’s in een klas en legde steeds de nadruk op de dingen die zij allemaal niet wisten. Zijn manier van werken bracht veel weerstand met zich mee. Door reflectie en coaching heeft hij zich een andere stijl weten eigen te maken, die wel het gewenste effect bij zijn collega’s had. Volgens mij is het belangrijk dat je per individu bekijkt wat de wensen en mogelijkheden zijn. Een onderdeel daarvan kan scholing zijn.

Wat vind jij van de inhoud van de brief van de minister? Is het noodzakelijk dat hij fiscale voordelen en ESF-gelden in de strijd gooit om organisaties te stimuleren?
Dat er wat moet gebeuren, wordt duidelijk in de brief van de minister. Het belang van duurzame inzetbaarheid en vooral het vitaal houden van de oudere werknemer wordt op deze manier onder de aandacht gebracht. Dat het voor bedrijven aantrekkelijker gemaakt wordt daarmee aan de slag te gaan, is positief. Wil je daadwerkelijk dat er iets gebeurt, dan zal je daar geld voor vrij moeten maken. Voordelen in de vorm van fiscale aftrekbaarheid en subsidies maken dat ook het MKB de mogelijkheid krijgt zich hiermee bezig te houden.
 

Corine de Vries richtte dit voorjaar Tot Bloei op, nadat zij jarenlang werkzaam was als consultant bij een internationaal organisatieadviesbureau. Tot Bloei verricht diensten op het gebied van Loopbaan- en Talentmanagement en werkt nauw samen met een aantal samenwerkingspartners. Contact: cvries@totbloei.nl of via 06-21117288

Kom met uw praktijkervaringen op het terrein van managen en organiseren

Deel uw kennis, schrijf 3 columns of artikelen en ontvang een gratis pro-abonnement (twv €200)

Word een pro!

SCHRIJF MEE >>